De werknemer is preventieadviseur

De preventieadviseur geniet een grote ontslagbescherming. Je mag hem/haar enkel ontslaan indien zou blijken dat hij/zij niet bekwaam is om de functie van preventieadviseur uit te oefenen of om een reden die niets te maken heeft met de onafhankelijkheid van de preventieadviseur.

Deze bescherming geldt voor de duur van de functie en enkel voor de preventieadviseurs die aan de wettelijke voorwaarden voldoen. 

Je moet een strenge ontslagprocedure naleven. Zo ben je verplicht om een aantal instanties in te lichten van je intentie om de preventieadviseur te ontslaan en moet je de toestemming vragen aan het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk.

Als het Comité akkoord gaat, dan mag je ontslaan. Uiteraard moeten dan nog steeds de gewone ontslagregels gerespecteerd worden.

Als het Comité weigert, dan volgt een verzoeningspoging en een advies van de arbeidsinspectie. 

Als er geen verzoening mogelijk is dan moet je de ontslagreden voorleggen aan de Voorzitter van de Arbeidsrechtbank. Het gaat om een zeer specifieke procedure met diverse vervaltermijnen. Pas als de reden goedgekeurd wordt, kan je de preventieadviseur - zonder aanvullende vergoeding – ontslaan. 

Als je de strenge ontslagprocedure niet naleeft (of ongewild een fout maakt), dan moet je een beschermingsvergoeding betalen. De beschermingsvergoeding bedraagt 2 jaar loon bij minder dan 15 jaar anciënniteit en 3 jaar loon bij 15 jaar anciënniteit of meer. 

De procedure is niet van toepassing bij ontslag om dringende reden, sluiting van onderneming, collectief ontslag, ontslag door de preventieadviseur zelf, wanneer de termijn waarvoor de overeenkomst gesloten werd verstreken is en tijdens de proefperiode.

Meer weten?